In kern 10 ligt de nadruk op technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en taal. Het thema van kern 10 gaat over het verzamelen van knikkers, plaatjes, spelletjes, snuisterijen of foto’s van een popidool of favoriete groep. Het verhaal waarmee de kern start heet: ‘Een broekzak vol schatten’.
Aan het einde van kern 10 kunnen de kinderen: Eenlettergrepige woorden correct en vlot lezen die eindigen op ‘uw(t)’ (zoals: ruw, duwt), op ‘eeuw’ (zoals: leeuw) en op ‘ieuw’ (zoals: nieuw). Algemene tweelettergrepige woorden correct en vlot lezen (zoals: starten, stengel, slechte, kleinste, mooiste).
Tweelettergrepige woorden correct en vlot lezen waarvan de eerste lettergreep een open lettergreep is (zoals: jaren, muren, bomen, lezen).
Teksten met verwijswoorden begrijpen. Denkvragen over een tekst beantwoorden. Conclusies trekken uit de context van een gelezen tekst.
Eenvoudige, klankzuivere mmkmm woorden correct opschrijven.
Woorden correct opschrijven die beginnen met ‘sch’ (zoals: school).